46 | Nederlands
Boordiepte instellen (zie afbeelding A)
Met de diepteaanslag 10 kan de gewenste boordiepte X wor-
den vastgelegd.
Draai het onderste greepstuk van de extra handgreep 9 tegen
de wijzers van de klok in en breng de diepteaanslag 10 aan.
Trek de diepteaanslag zo ver naar buiten dat de afstand tus-
sen de punt van de boor en de punt van de diepteaanslag
overeenkomt met de gewenste boordiepte X.
Draai vervolgens het onderste greepstuk van de extra hand-
greep 9 met de wijzers van de klok mee weer vast.
De ribbels op de diepteaanslag 10 moeten naar boven wijzen.
Inzetgereedschap wisselen
Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische
gereedschap de stekker uit het stopcontact.
Draag werkhandschoenen bij het wisselen van inzetge-
reedschap. De boorhouder kan tijdens langdurige werk-
zaamheden heet worden.
Snelspanboorhouder (zie afbeelding B)
Houd de achterste huls 3 van de snelspanboorhouder 1 vast
en draai de voorste huls 2 in draairichting tot het inzetge-
reedschap kan worden aangebracht. Zet het gereedschap in.
Houd de achterste huls 3 van de snelspanboorhouder 1 vast
en draai de voorste huls 2 in draairichting met uw hand ste-
vig dicht tot een klikgeluid hoorbaar is. De boorhouder wordt
daardoor automatisch vergrendeld.
De vergrendeling wordt weer opgeheven als u voor het verwij-
deren van het inzetgereedschap de voorste huls 2 in de tegen-
gestelde richting draait.
Tandkransboorhouder (zie afbeelding C)
Open de tandkransboorhouder 13 door deze te draaien, tot-
dat het gereedschap kan worden ingezet. Zet het gereed-
schap in.
Steek de boorhoudersleutel 12 in de daarvoor bedoelde
boorgaten van de tandkransboorhouder 13 en span het inzet-
gereedschap gelijkmatig vast.
Snelspanboorhouder met borgring (zie afbeelding D)
– Draai de borgring 19 in de richting „UNLOCK".
– Draai de spanhuls 18 met de klok mee tot het inzetgereed-
schap ingezet kan worden.
– Plaats het inzetgereedschap er helemaal in, houd het in de
gereedschapopname en draai de spanhuls 18 tegen de
klok in met de hand krachtig toe.
Houd daarbij de vasthoudring 20 vast.
– Draai de borgring 19 in de richting „LOCK"
Opmerking: Bij het inzetten van kleine boren stelt u de ge-
reedschapopname eerst ongeveer op de boordiameter in. An-
ders bestaat het gevaar dat de boor niet juist gecentreerd in
de gereedschapopname wordt ingezet.
Inzetgereedschap verwijderen
– Draai de borgring 19 in de richting „UNLOCK".
– Draai de spanhuls 18 met de klok mee tot het inzetgereed-
schap eruit genomen kan worden.
1 609 92A 1CG | (23.6.15)
Schroeftoebehoren (zie afbeelding E)
Bij het gebruik van bits 14 dient u altijd een universeelbithou-
der 15 te gebruiken. Gebruik alleen bits die bij de schroefkop
passen.
Boorhouder wisselen
Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische
gereedschap de stekker uit het stopcontact.
Borgschroef verwijderen
De snelspanboorhouder 1 of tandkransboorhouder 13 is met
een borgschroef 16 beveiligd tegen onbedoeld losdraaien.
Open de snelspanboorhouder 1 of tandkransboorhouder 13
volledig en draai de borgschroef 16 in de richting van de wij-
zers van de klok naar buiten. Let erop dat de borgschroef
een linkse schroefdraad heeft.
Als de borgschroef 17 vast zit, plaatst u een schroevendraaier
op de schroefkop en maakt u de borgschroef los door een slag
op de greep van de schroevendraaier.
Tandkransboorhouder demonteren (zie afbeelding F)
Voor de demontage van de tandkransboorhouder 13 zet u
een steeksleutel 17 (sleutelwijdte 17 mm) op het sleutelvlak
van de uitgaande as.
Leg het elektrische gereedschap op een stabiele ondergrond,
bijvoorbeeld een werkbank. Steek de boorhoudersleutel 12
in een van de drie boorgaten van de tandkransboorhouder 13
en draai de tandkransboorhouder 13 met deze hendel door
tegen de richting van de wijzers van de klok te draaien. Een
vastzittende tandkransboorhouder wordt losgemaakt door
een lichte slag op de boorhoudersleutel 12. Verwijder de
boorhoudersleutel 12 uit de tandkransboorhouder en
schroef de tandkransboorhouder volledig los.
Snelspanboorhouder/snelspanboorhouder met borgring
demonteren
Voor de demontage van de snelspanboorhouder 1 en snel-
spanboorhouder met borgring spant u een binnenzeskantsleu-
tel in de snelspanboorhouder en plaatst u een steeksleutel 17
(SW 17) aan het sleutelvlak van de aandrijfspil. Leg het elektri-
sche gereedschap op een stabiele ondergrond, bijv. een werk-
bank. Houd de steeksleutel 17 vast en los de snelspanboor-
houder door de binnenzeskantsleutel tegen de klok in te
draaien. Een vastzittende snelspanboorhouder wordt door
een lichte slag op de lange schacht van de binnenzeskantsleu-
tel gelost. Verwijder de binnenzeskantsleutel uit de snelspan-
boorhouder en schroef de snelspanboorhouder volledig af.
Boorhouder monteren
De montage van de snelspanboorhouder/snelspanboorhou-
der met borgring/tandkransboorhouder gebeurt in de omge-
keerde volgorde.
De boorhouder moet worden vastgedraaid met
een aandraaimoment van ca. 50–55 Nm.
Bij snelspan-/tandkransboorhouder:
Draai de borgschroef 16 tegen de richting van de wijzers van
de klok in de geopende snelspan-/tandkransboorhouder. Ge-
bruik altijd een nieuwe borgschroef, omdat op de schroef-
draad een borgpasta is aangebracht die bij herhaald gebruik
haar werking verliest.
Bosch Power Tools